HOUTSNEDEN UIT DE LEUVENSE BIJBEL VAN 1548

Inleiding

Op een veiling in Rotterdam kocht ik een aantal oude boeken, waaronder een Leuvense Bijbel uit 1548. Deze boeken kwamen uit een veiling van de nalatenschap van Willem Anton Engelbrecht 1874-1965.

De veiling vond plaats in het Venduhuis in Rotterdam, nu aan de Kipstraat 54, maar voor 1990 aan 's-Landswerf. Een oud gebouw met verschillende verdiepingen. Ik weet niet meer hoe ik op het spoor van de veiling ben gekomen, waarschijnlijk door een wervende advertentie. Er waren kijkdagen. Daar heb ik gebruik van gemaakt. Er lag een schat aan oude boeken. Ook uiterst zeldzame uitgaven van de Zilverdistel. Het ging allemaal behoorlijk snel met handopsteking. Door mijn studie Nederlands had ik vooral belangstelling voor P.C. Hooft. Daarvan vooral zijn Nederlandsche Historiën. Ik verwierf drie van zijn werken. Apetrots was ik. Bovendien nog een oude bijbel: Een Leuvense Bijbel. Daarvoor was weinig belangstelling, omdat die ongebonden was. Totaal voor ongeveer 1000 gulden sleepte ik in de wacht. De veiling was tussen 1966 en 1975. Het precieze jaar weet ik niet meer.

Over Willem Anton Engelbrecht staat al iets op Wikipedia. W.A.Engelbrecht. Hij was een havenbaron met een grote interesse voor zeldzame drukken. Hij was ook drager van de Militaire Willemorde voor heldhaftig optreden in Atjeh in 1896-1897.

Waar het mij nu om gaat zijn de houtsneden bij bijbelse verhalen.

Eerst iets over De Leuvense bijbel van 1548

De Reformatie, de grote kerkhervorming in de zestiende eeuw onder leiding van Luther en Calvijn, veroorzaakte in de moederkerk een stevige reactie, bekend geworden onder de naam Contra-Reformatie. Op het Concilie van Trente (1545-1563) werd een serie maatregelen genomen die de misstanden en vrijheden in de Rooms-Katholieke kerk moesten terugbrengen. In april 1546 nam het Concilie een besluit dat inhield dat de Vulgaat - de Latijnse bijbelvertaling die in de vijfde eeuw door Hieronymus gemaakt was - de enige ware bijbel was. Dus in geloofszaken en ethiek had de Vulgaat het laatste woord en niet de grondtekst of andere vertalingen.

In de Nederlanden togen Leuvense theologen in opdracht van de landsregering aan het werk om de nieuwe Vulgaat-tekst vast te stellen en gereed te maken. Binnen een jaar, in 1547, werd de herziene Vulgaat gedrukt door Bartholomeüs van Grave, universiteitsdrukker te Leuven. Deze drukker had van keizer Karel V ook privilege ontvangen voor een Nederlandse vertaling. Het voornaamste doel van zo'n uitgave in de landstaal was 'valse en incorrecte Bibelen uijtter lieden handen te nemen.' Er waren namelijk heel wat rooms-katholieken die de Luthervertaling van Liesveldt of de Vorstermanbijbel lazen.

Van Grave ging op zoek naar iemand om deze omvangrijke vertaalklus te klaren. Hij kwam terecht bij Nicolaes van Winghe, een regulier kanunnik en subprior van het Augustijnenklooster St. Maartendal te Leuven. Van Winghe kreeg de opdracht om een Nederlandse bijbelvertaling te maken op basis van de herziene Vulgaat. Daarnaast gebruikte hij onder meer de Delftse bijbel van 1477. Hij koos voor zijn moedertaal, het Brabantse dialect. Binnen het jaar was Van Winghe klaar met dit reusachtige werk. Hij noemt het zelf een arbeid die eigenlijk te zwaar is voor één mens.

Bartholomeüs van Grave legde de eerste editie van deze vertaling in 1548 onder zijn drukpersen. Op het titelblad staat de volgende tekst:

'Den gheheelen Bybel, inhoudende het Oude ende Nieuwe Testament. Met grooter naerstigheyt ende arbeyt nu corts in Duytsche van nyens overghestelt, wt den Latynschen Ouden Text, die over duysent Jaren in die Heylighe Roomsche KerstenKercke ghehouden is gheweest, onlancs te Loeven by sekeren Gheleerde, wt bevel der Keyserlycker Majesteyt ghecorrigeert, ende aldaer ghedruct.'

Mijn exemplaar is niet van 1548 maar van 1599. Nadat in 1592 de tekst van de Vulgaat definitief was vastgesteld, werd Van Winghes vertaling daaraan aangepast. En in 1599 verscheen de Moerentorfbijbel, genoemd naar de Antwerpse drukker Jan Moerentorf. Deze laatste bijbel is tot het begin van de twintigste eeuw gebruikt als standaardvertaling voor rooms-katholieke bijbellezers. Dus dat is een imponerend lange tijd, meer dan drie eeuwen.


Houtsneden van Hans Sebald Beham

De bijbel werd geïllustreerd met kleine houtsneden van de Duitse houtsnijder Hans Sebald Beham, leerling van Albrecht Dürer. Het zijn kopieën van prenten die in 1538 in een Duitse prentbijbel waren verschenen.

Ik vind deze houtsneden bij de Bijbelverhalen zo de moeite waard, dat ik er een apart hoofdstuk aan wijd. Boeiend om te zien hoe Hans Sebald Beham te werk is gegaan.

Een houtsnede is wat anders dan een kopergravure. Bij een houtsnede wordt met een guts (een klein soort beitel) in zacht hout lijnen aangebracht. De lijnen eindigen een beetje stomp. Bij een kopergravure worden met een burijn( ook een soort beiteltje) in een koperen plaat de tekeningen aangebracht. De lijnen zijn daar veel fijner en meer gedetailleerd. Ze eindigen veel scherper dan bij een houtsnede.

Bron: C.C. de Bruin, De Statenbijbel en zijn voorgangers. Leiden, 1937, p. 199-210.
Jan Franken, Bijbelprenten en Prentbijbels, Ons Erfdeel, jrg.16, 1973, p. 118vv.







Hier kun je zien hoe groot de houtsneden zijn in verhouding tot de tekst.
Opgeslagen bij Genesis






Titelpagina van de Moerentorfbijbel






Nog zo'n titelpagina






Mooi in leren band






Nog eens een fraai exemplaar






God met tiara (driekroon) schept vogels, vissen en landdieren






God schept Eva uit een rib van Adam






Adam steekt zijn hand uit naar de appel. Dit was de zondeval






Wat een mooi plaatje van de ark! Links de duif met olijftak






Lot met zijn dochters, een realistische prent.
Rechts staat Lots vrouw als zoutpilaar en staat de stad in brand






Het beroemde verhaal van het offer van Izaak.
De Engel houdt de hand van Abraham tegen






Jozef wordt uit de put gehesen om verkocht te worden






De farao links, daarnaast Jozef en zijn vader en broers






Mozes bij de brandende braambos. Aäron staat er ook bij






De 5de, 6de en 7de plaag van Egypte: veepest, zweren, hagel






Doortocht door de Rode Zee, waarbij de Farao en zijn leger verdrinken






Manna regent uit de hemel tussen de tenten in de woestijn






God sluit zijn verbond met het , dat op eerbiedige afstand staat






Mozes gebiedt het volk van de Egyptenaren zilver en goud te vragen






Aholiab en Bezaleël werken aan de tabernakel. Kunstenaars toegerust door Gods Geest






Jacob vlucht en ziet bij Bethel de ladder. Genoemd de Jacobsladder






Nadab en Abihu zondigen en ontvangen de doodstraf






Prachtige prent van de twee verspieders






Korach, Dathan en Abiram worden door de aarde verzwolgen






Mozes richt de stang met de slang op.
Ieder die daarnaar opkeek, genas






Bileam op de ezel wordt door een engel tegengehouden






Israël overwint de Midianieten






De stad Jericho wordt ingenomen. Het volk loopt rondom de stad.
Na de 7de keer storten de muren in






Nadat de zon stil stond te Gibeon werden de 5 koningen overwonnen.
Een gruwelijk plaatje






Gideon selecteert zijn soldaten. De slurpers mocht vechten






David verslaat Goliath met zijn slinger.
Goliath waant zich onverslaanbaar. Stoer staat hij erbij






David met zijn harp, samen met zijn boezemvriend Jonathan






David op zijn balcon bespiedt de badende Bathseba






Absalom hangt aan zijn haren en wordt doorstoken






Seba staat op tegen David en wordt door Joab met zijn zwaard gedood






Koning Salomo bidt om wijsheid






Koning Salomo wijdt de tempel in






Profeet Elia wordt gevoed door de raven tijdens de hongersnood onder Achab






Een engel doodt in één nacht 185.000 soldaten van Sanherib






Koning Nebucadnezer overwint koning Joachim van Juda en voert zijn zoon in ballingschap






Gebed van Manasse, de koning van Juda. Zijn benen geketend






Hoe de stad getimmerd wordt






Het hoofd van Holofernes aan een stok