Inleiding

 

bij

 

Onze strijd in de bezettingstijd in Amersfoort en omstreken

 

HOE KWAM IK OP HET SPOOR VAN HET VERSLAG VAN RIEN VAN GENT?

 

Toen ik in januari 2009 mijn digitale boek over Johannes ter Horst het licht had doen zien, stuurde ik een mailtje naar de fractie van de ChristenUnie van Almere met de volgende inhoud:

 

"Ik heb een website gemaakt over Johannes ter Horst.

Ik ontdekte dat Almere een Johannes ter Horststraat heeft.

Ik heb Almere op mijn site daarom ook genoemd en geroemd in hoofdstuk 1. Korte biografie.

Misschien kunnen jullie er iets mee."

 

Daarop kreeg ik het volgende antwoord van Jelte Huizenga uit Almere:

 

“Dankuwel voor uw berichtje. Ik ken de Johannes ter Horststraat, maar wist niet wie er achter die naam schuilging tot ik uw artikel in het ND las.

 

Ik was al van plan u een mailtje te sturen n.a.v. uw artikel.

Een vriendin van ons, Ada van Gent, dochter van een overleden leraar aan de Guido de Brès, is met haar zusters in het bezit van een geschrift dat de geschiedenis vertelt van de verzetsgroep uit Amersfoort, waarvoor in 2006 een plaquette is onthuld aan de Westerkerk in Amersfoort.

 

De heer Van Gent heeft de geschiedenis kort na de oorlog op verzoek van de groep geschreven en, volgens mij, is het een van de weinige verzetsverhalen die de belevenissen van één groep gedurende de hele oorlog beslaan. 

 

Als u het gelezen heeft, zou u wellicht (als u het verhaal de moeite waard vindt) ook een poging kunnen ondernemen om het alsnog in de publiciteit te krijgen.”

 

Dus dankzij Jelte Huizenga ben ik op 23 januari 2009 op het spoor van het boekje van Rien van Gent gezet.

 

 

CONTACT MET FAMILIE VAN RIEN VAN GENT

 

Ik wist van het bestaan van het boekje dus niets af. Via Jelte Huizenga kwam ik in contact met Ada Ismaël-van Gent. Tot mijn verrassing bleek zij een zus te zijn van Christa Waalewijn-van Gent. Haar en haar man Hugo ken ik goed uit de tijd dat ze in Dordt woonden. Ze waren net als ik lid van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) te Dordrecht.

 

Hugo stuurde me het groen gekafte boekje toe. Ik vond het zeer de moeite waard. Hugo heeft het op mijn verzoek gedigitaliseerd. Van het resultaat daarvan kunt u op deze site kennis nemen.

 

Christa en Hugo stuurden me een lijst met namen toe van personen, die vader Rien alleen bij de voornaam of de schuilnaam noemt. Deze handige lijst staat onderaan deze Inleiding.

 

 

OVER HET BOEKJE

 

Het boekje heet: 'Onze strijd in de bezettingstijd in Amersfoort en omstreken'. Op de voorpagina staat een foto van de Westerkerk in Amersfoort. De kerk kunt u vinden aan de Lingestraat hoek Dollard- en Spaarnestraat.

 

Rien van Gent heeft het boekje getypt op een ouderwetse schrijfmachine met ongeveer 8 doorslagen met carbonpapier ertussen. Jenne van de Weij te Rumpt heeft er nog een exemplaar van in zijn bezit. Het boekje is later gedrukt. Het aantal exemplaren is onbekend.

 

Zeker is dat J.M. van Gent, de auteur is. Zijn roepnaam is Rien. Naar algemeen gebruik in verzetsbiografieën noem ik hem Rien van Gent.

 

Het is niet bekend of hij dit geschrift samen met andere leden van de voormalige verzetsgroep Westerkerk heeft opgesteld. Vermoedelijk niet. Mogelijk heeft hij wel met Kees de Jong overlegd, want daar had hij een zeer goede band mee. Kees was één van de leiders van de verzetsgroep.


Het originele document is op A4-formaat en omvat 95 pagina's tekst, zonder illustraties.
In het exemplaar dat ik van Christa en Hugo ter lezing kreeg toegestuurd staat zijn naam voorin geschreven. In de kantlijn kom je af en toe in zijn handschrift een enkele aanvullende opmerking tegen.


Het geschrift bestaat uit één doorlopende tekst, zonder hoofdstukindeling. Het bevat zeer vele korte en langere citaten. De meeste namen bestaan uit voornamen. Slechts een enkele keer wordt een achternaam genoemd. 

 

Op deze site heb ik het boekje in 6 delen moeten knippen. Die onderverdeling komt dus niet in het origineel voor.

Hugo schrijft: “Wat de gevoeligheid voor publicatie betreft weet ik van mijn schoonvader dat hij er vuurbang voor was zichzelf als auteur op de voorgrond te plaatsen. Dat verklaart dat het geschrift anoniem is gebleven. Zijn adagium was: ‘we hebben het samen gedaan.’”


Uit de persoonlijke papieren die de kinderen na zijn dood aantroffen, bleek dat hij als verzetsman meer heeft mogen betekenen dan uit het boekje blijkt. Hij heeft zich ondermeer beziggehouden met het onderbrengen van Joodse kinderen.

 

Velen hebben een nogal romantische voorstelling van het werk een knokploeg: spannende avonturen enz.  Spanning was er zeker. Maar daar was het niet om te doen.  Het is allemaal begonnen met het onderbrengen van Joodse medeburgers en hun kinderen. Dat alleen al was levensgevaarlijk werk. Verraad school overal.

 

 

CONTACTEN TUSSEN AMERSFOORT EN ENSCHEDE

 

Ik was natuurlijk benieuwd naar de vraag of er contacten waren tussen de verzetsgroep in Amersfoort en de KP van Johannes ter Horst? Het boekje laat ons daarover niet in het ongewisse. Wanneer het aantal onderduikers in Amersfoort groeit, is voor hen voedsel nodig. Al die (vooral Joodse) monden moesten gevuld worden. Maar het eten was op de bon via een uitgekiend distributiesysteem. Om eten te kunnen kopen had je bonkaarten nodig. En om aan bonkaarten te komen had je een geldig Ausweiss nodig. Dat hadden de onderduikers niet. Dus zonder hulp was er voor hen geen voedsel.

 

Hoe kwam het verzet dan aan bonkaarten? Die kwamen uit overvallen op distributiekantoren. Daarvoor had je een KnokPloeg (KP) nodig. De verzetsgroep in Amersfoort beschikte daar niet over. Ze was aangewezen op andere verzetsgroepen. In dit verband is de volgende passage van belang:

 

"Zo verkrijgen we ook contact met Enschede en Amsterdam. Zo groeit ons werk, we kunnen nu niet alleen onderduikers voorzien van geld, onderdak en pakketten, die ze evenals de gijzelaars ontvangen, nee, ook bonkaarten wor­den hen verstrekt."

 

In het digitale boek over Johannes ter Horst staan verschillende overvallen op distributiekantoren beschreven. Wat ze aan bonkaarten niet zelf nodig hadden voor hun onderduikers ging naar andere delen in het Land, waar ze tekort hadden, zoals in Amersfoort! In hoofdstuk 23 (kp twente betekenis) kun je lezen hoeveel bonkaarten werden buitgemaakt door Johannes en zijn makkers.

 

Het deed me deugd zo duidelijk het verband te kunnen aantonen tussen het werk van Johannes ter Horst en zijn mannen, en dat van de Amersfoortse verzetsgroep. Het was 'ons kent ons'. De wereld was klein. Ds. Slomp (Frits de Zwerver) van de Landelijke hulp aan onderduikers zorgde voor de broodnodige coördinatie tussen de verschillende verzetsgroepen (Zie hoofdstuk 2 van johannesterhorst.nl: ds slomp en de LO).

 

 

DE GEESTELIJKE ACHTERGROND VAN HET VERZET IN HET GESCHRIFT

 

Net als bij Johannes ter Horst is in de verzetsgroep van Rien van Gent het geloof in God de diepste drijfveer: Gij zult de Here, uw God liefhebben met alles wat je hebt, en je naaste als jezelf. De keuze voor het verzet was een principiële. God vroeg het en dan deed je het gewoon. Als je de oorlog overleefde, ging je zelf niet met de eer strijken, maar gaf je God de eer.

 

Ik vond in dit opzicht treffende overeenkomsten tussen de achtergrond van het Enschedese en Amersfoortse verzet. Vooral toen ik bij Rien van Gent het volgende tegenkwam, direct al aan het begin:

 

"In hun vaan staat geschreven: REVOLU­TIE. Daartegenover stellen wij: HET EVANGELIE.

In hun vaandel staat nog meer: haat, terreur en onderdrukking.

Wij dragen in 't harte: "Den vaderland getrouwe, blijf ik tot in den dood"..."

 

Het is niet mijn bedoeling een erezuil op te richten voor mensen uit het verzet. Zij zouden dat niet gewild hebben. Wel mogen we vertellen wat ze gedaan hebben vanuit hun christelijke (gereformeerde) levensovertuiging voor hun vervolgde en opgejaagde medeburgers. Het gaat om doorvertellen aan de generaties die de tweede wereldoorlog niet hebben meegemaakt van daden van eenvoudige gehoorzaamheid. Vanuit hun geloof konden ze niet anders en wilden ze ook niet anders. We mogen God daarvoor onze dank brengen. Hem komt alle eer toe. 

 

Lelystad, 1 januari 2011

 

Gert Slings

 

 

 

LIJST VAN NAMEN DIE IN HET BOEKJE VOORKOMEN

 

Namenlijst 'verzetsgroep Westerkerk':

Leiding Kees de Jong ('oom Kees')
Gert Jan van den Brink
Luit van der Weij (koster Westerkerk)
Niek Padding
Chris Padding
Frits Toebes
Jaap de Jong (zoon van Kees)
Thijs Drupsteen
Ab Dekker
Gerrit Olofsen
Lex van Dam
Rien van Gent (schoolmeester, auteur van 'Onze strijd...').)

Koeriersters:
Lies.... (later getrouwd met Thijs Drupsteen)
Ans van der Weij (vrouw van de koster)
Bep Steenbeek (later getrouwd met Rien van Gent)
Ina van Gent
Cor (w.s. Cor van Gent)
Ada van Gent
Bia ?
Geertje de Jong (dochter van Kees); NB de vrouw van GJ vd Brink heette ook Geertje
Klara ... (schoonzus GJ vd Brink)

Andere namen:
Jaap de Graaf en Peter Westra (Westera?)
Wubbe Sikkema (alias Wim Fokkens)
Hans..... en Gepke...... ?
Frits (de Zwerver)
Henk (Frankema) De naam Frankema staat in de marge door de auteur bijgeschreven ("Henk en Rien blijven liggen"). Ergens halverwege het document (door de digitalisering is de nummering gewijzigd).

 

Hieronder volgt een aantal foto's die Hugo en Christa me toestuurden.

 

 

 

 

 

 

staand vlnr: Ab Dekker, Thijs Drupsteen, Ina van Gent, Jaap de Jong,

? Ria van Dam of Bia??, Piet Willemstein;

gehurkt Chris Padding en Rien van Gent.

 

 

 

 

vlnr: ?, Ina van Gent, Bep Steenbeek, Ans van der Weij, ?,

? (w.s. Li Ria van Dam en Re Lies (Drupsteen))

 

 

 

 

vlnr: Ab Dekker, Thijs Drupsteen, Jaap de Jong, Rien van Gent

 

 

 

 

staand vlnr: Piet Willemstein, Frits Toebes, Gerrit Olofsen,

Herman Kappenberg, Kees de Jong, Thijs Drupsteen, Chris Padding, Ab Dekker;

gehurkt vlnr: Rien van Gent, (Johan??), Jaap de Jong,

Gert Jan van den Brink, Ton Vlotman en Niek Padding.

 

 

 

 

staand vlnr: Ab Dekker, (Johan??), Rien van Gent, Jaap de Jong,

Niek Padding, Gert Jan van den Brink, Kees de Jong;

gehurkt vlnr: Chris Padding, Gerrit Olofsen, Ton Vlotman, Herman Kappenberg,

Thijs Drupsteen, Piet Willemstein en geheel rechts Frits Toebes